Pancratiuskerk Diever Pancratiuskerk Diever


De basis van de huidige kerk stamt uit 1760. In dat jaar werd de door brand verwoeste kerk weer opgebouwd. De Hervormde Kerk van Diever wordt door de Dievenaren wel de Kathedraal van Drenthe genoemd. Dat is feitelijk onjuist omdat er geen bisschop z'n zetel (katheder) heeft, maar het toont wel de grote waardering die de plaatselijke bevolking heeft voor het gebouw. Naast de kerk van Anloo en Vries, behoort de Hervormde Kerk van Diever tot 'schoonste in het Drentse landschap'
Tijdens de opgravingen in 1956, die vooraf gingen aan de restauratie onder leiding van architect J. Boelens uit Assen, werd er veel van cultuur historische waarde ontdekt. Men vond paalgaten, een groot aantal graven, funderingen van keien en kloostermoppen, resten van een oude klokgietvorm, een sarcofaagdeksel, grafstenen en aardewerk.
Onderzoekers hebben vastgesteld dat de huidige driebeukige kerk de zevende is in een reeks die in negende eeuw z'n oorsprong vond. 


Van zaalkerk naar driebeukig
In de eerste eeuwen van de geschiedenis van de kerk moeten we ons houten gebouwen voorstellen, naar hun vorm 'zaalkerken'. De oorzaak van hun verdwijning laat zich raden. Brand! Dat heeft onderzoek van de bodem ook aangetoond. In elfde en twaalfde eeuw kwam er dan een tufstenen Romaanse kerk met een rechtgesloten koor en een vrijstaande toren. Later werd de kerk herbouwd van baksteen, kloostermoppen. Deze Romaanse kerk had een rondgesloten koor en een aansluitende toren. In de 13e eeuw werd dit koor vervangen door een Gotisch veelhoekig koor. In de 16e eeuw volgden de zijbeuken in Gotische stijl en daardoor werd de toren aan drie zijden ingesloten.

Altaren
De Hervormde kerk van Diever was in de Rooms katholieke tijd, voor 1598, gewijd aan St. Pancras. Zij had acht altaren. Het voornaamste was het Sint Pancreasaltaar. Verder die voor het Heilig Kruis, Sint Antonie, Sint Stefanus, het Heilig Sacramant, Sint Maarten, Sint Anna en Onze Lieve Vrouwe. Het laatste bevond zich vrijwel zieker aan de oostkant van de zuidbeuk. Deze zogenoemde Mariakapel werd na de restauratie van 1959 ingericht als trouwkapel.

Rampspoed en herstel
Brand was door de eeuwen heen de grootste vijand van het gebouw. Ook in 1759 vond een dergelijke catastrofe plaats door bliseminslag. Een groot gedeelte van de kerk werd in de as gelegd. Direct werd begonnen met de nieuwbouw, maar om de ingestorte gewelven te herstellen (alleen die in de noorbeuk bleven gespaard), waren de financiën niet toereikend. Er werd voor een goedkopere oplossingen gekozen. Geen gemetselde gewelven, maar een houten zoldering werd er aangebracht. Een gedenksteen boven de dubbele deur aan de zuidzijde vertelt:

Wierdt oude heiligdom door blixemvuur verbrand,
het vuur der godvrucht bragt dit nieuwe huys tot stand.
Maar wil God, 't heilig vuur van zijnen geest verlenen,
hier wordt een kerk gebouwd, van levendige steenen
*A 1759 den 27 augustus
**A 1760.


De concessie aan de platte beurs werd bij de restauratie van 1959 ongedaan gemaakt. Toen, tweehonderd jaar na genoemde brand, werd de houten zolder gesloopt en werden de kruisbooggewelven weer in hun oorspronkelijke vorm gebouwd. De zuidbeuk kreeg bij deze restauratie weer zijn eigen zadeldak.
De kerkvloer was vóór de brand van 1759 geplaveid met diagonaal gelegde groene en gele geglazuurde plavuizen van 15 x 15 cm. Bij de restauratie van 1959 werd de vloer belegd met rode en blauwe plavuizen met daarin op bepaalde plaatsen altaar- en gafstenen of gedeelten daarvan. Deze waren bij de opgravingen gevonden en op deze manier weer zichtbaar gemaakt.



 
terug